Pittige werksituaties vragen om reflectie

Als gesprekstolk sta je direct in contact met alle gesprekspartners en maak je deel uit van een communicatieproces waarin op allerlei vlakken iets mis kan gaan. Hoezo misgaan? Tolken is toch gewoon het overbrengen van de boodschap? Ja, maar in gespreksituaties bestaan veel stoorzenders: cultuurverschillen, cognitief niveauverschil, emotioneel niveauverschil, misinterpretaties, ongelijkheid, afhankelijkheid of bijvoorbeeld het verschuiven van verantwoordelijkheid. Ook het gebrek aan kennis bij gesprekspartners over de taak van de tolk en de gedragscode waaraan de tolk gehouden is, leidt geregeld tot misverstanden of in ieder geval tot verstoorde verwachtingen over en weer.

 

Iedere tolk gaat verschillend om met deze stoorzenders. Iedere tolk opereert verschillend binnen of net buiten de grenzen van de gedragscode. De ene tolk ziet de gedragscode als een veilige begrenzing waarop hij zich kan beroepen of waaraan hij zijn gedrag kan staven. Een andere tolk ervaart dat heel anders. Wanneer bijvoorbeeld de cultuurverschillen tussen gesprekspartners erg groot zijn, wordt de behoefte om hier en daar uitleg te geven aan de boodschap groter en kan het letterlijk vertalen van wat er gezegd wordt, onvoldoende zijn om het communicatieproces vlot te laten verlopen. Dit is slechts een voorbeeld, maar wel een voorbeeld waar een groepje tolken al snel een uur over vol kan praten.

 

Zet een groepje tolken bij elkaar, en het ene pittige verhaal na het andere vliegt over de tafel. Als trainer en intervisiebegeleider luister ik niet zozeer naar het verhaal maar naar de overtuigingen, principes en normen en waarden die de tolk laat doorschemeren met zijn verhaal. Overtuigingen zoals bijvoorbeeld “ik mag mij nergens mee bemoeien” of “ik moet onafhankelijk zijn”, zijn interessant om te onderzoeken. Zijn deze overtuigingen slechts beroepsmatig van toepassing? Of vindt iemand bijvoorbeeld dat je je überhaupt niet met andermans zaken mag bemoeien? Of, in het tweede geval, behoor je als mens altijd onafhankelijk te zijn? En als je dit dan vindt, in hoeverre ben je dan in staat om een gesprekspartner die zich erg afhankelijk opstelt van jou als tolk of van de hulpverlener te accepteren? Leidt dan niet de overtuiging “ik moet onafhankelijk zijn” tot een belemmering van je eigen onafhankelijkheid?

 

Intervisie biedt in deze context zinnige methodiek om op constructieve wijze casuïstiek uit de tolkpraktijk te onderzoeken. Een intervisiegroep is geen praatgroepje. Iedere tolk die deelneemt aan intervisie, moet bereid zijn a) een casus uit zijn eigen werkpraktijk te delen met andere deelnemers, b) te onderzoeken waarom hij of zij de situatie uit die casus als lastig of complex heeft ervaren, c) open te staan voor vragen en opmerkingen uit de groep en d) te leren en open te staan voor verandering.

 

Hoe werkt een intervisiesessie? Tijdens elke intervisiesessie brengt een van de deelnemers een casus uit zijn of haar werkpraktijk in. Deze deelnemer noemen wij tijdens de sessie de casusinbrenger. De intervisiebegeleider kiest vooraf een gepaste intervisiemethode bij de ingebrachte casus en stelt de deelnemers op de hoogte van zowel de casus als van de gekozen methode. Tijdens de intervisiesessie gaan deelnemers elkaar niet vertellen hoe iets wel of niet hoort en ook niet klakkeloos hun oordeel vellen over wat er gebeurd is in de beschreven casus. De deelnemers gaan elkaar vragen stellen die de ander kunnen helpen inzicht te krijgen in zijn of haar handelen, overtuigingen en normen en waarden. En zo gemakkelijk is het niet om een goede vraag te stellen…

 

De casusinbrenger staat centraal tijdens de intervisiesessie en deelt het leerproces dat hem of haar dit oplevert met de andere deelnemers. Bij de eerstvolgende intervisiesessie kan de casusinbrenger uit de vorige sessie terugkoppelen of hij de resultaten uit het leerproces heeft kunnen toepassen op enig moment op de werkvloer.

 

Intervisiemethodes die ik gebruik zijn: de 10-stappenprocedure, dynamische oordeelsvorming en de u-procedure. Deze methodes kunnen worden ondersteund door intervisietechnieken zoals “de helpende vraag” of een “vrijwillige roddelsessie”. Deelnemers krijgen voordat de eerste intervisiesessie start, uitgebreide informatie over de methode die gebruikt zal worden. Als intervisiebegeleider ben ik vooral de waakhond van de methode en het leerproces, breng ik evenwicht in de participatie van verschillende deelnemers, ondersteun ik de formulering van vragen, en zorg ervoor dat de sessie een dynamisch geheel wordt met een begin en eind.

 

Intervisie is dus bovenal gespitst op persoonlijke en professionele ontwikkeling. Intervisie vergt openheid, vertrouwen en respect. Maar ook nieuwsgierigheid, collegiale interesse en liefde voor het vak. Als dit alles je aanspreekt, ben je van harte uitgenodigd om deel te nemen aan een intervisiegroep!

 

Marijke Roelofsen
Intervisiefacilitator

---

 

Marijke Roelofsen (1975) groeide op in Portugal en studeerde Internationaal Recht aan de Universiteit Groningen. In 2002 startte zij haar werkzaamheden als zelfstandig beëdigd tolk Portugees. Zij werkte 10 jaar als gespreks- en gerechtstolk. Ook is zij werkzaam als congrestolk. Daarnaast heeft zij ervaring als mediator, coach en Eigen Krachtcoördinator. Het faciliteren van communicatie en verbinding vormt voor haar een blijvende uitdaging. In 2010 richtte Marijke samen met Sandra Florindo KTV – Kennisnet voor Taal en Vakopleidingen op en besteedt zij haar tijd grotendeels in het ontwikkelen van trainingen voor tolken en vertalers.