Die fissa was lit! Straattaal? (opname)

Chillen met je matties op een keiharde fissa. Is dit straattaal, of niet? In dit webinar leer je welke taal de jeugd spreekt, waarom jongeren zoveel houden van nét wat andere woorden en wanneer ze deze woorden gebruiken en met wie. En de term straattaal, klopt die eigenlijk wel?

Ieder jaar komen er duizenden neologismen, nieuwe woorden bij; in voorgaande jaren bijvoorbeeld brexit, kijksluiter, nepnieuws en toetsenbordterrorist. Veel van die neologismen worden maar kort gebruikt en verdwijnen weer, maar sommige raken snel ingeburgerd en komen in woordenboeken terecht, bijvoorbeeld in het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW; http://anw.ivdnt.org/search, een onlinewoordenboek van modern Nederlands). Hoe zien nieuwe woorden eruit, wat betekenen ze en wie gebruikt ze eigenlijk?

 Jongeren spreken met andere jongeren graag een eigen taal. Dat is normaal: ze kunnen zo duidelijk maken dat ze bij een bepaalde groep horen. In dit webinar krijg je een 'basiscursus' jongerentaal en leer je over de belangrijkste thema's daarin, en de woorden die daarbij passen. En vooral ook: bij welke situatie hoort deze taal eigenlijk? En is het een goed idee om in vertaling 'feest' en 'ruzie' eens af te wisselen met 'fissa' en 'fitie'?

Die fissa was lit! Dat feestje was dus erg leuk. Wat is dit precies voor taal? Straattaal, of is het toch iets anders? Hoor je zulke taal ook op het journaal, en lees je woorden als fissa en lit ook in de krant? In het webinar leer je wat straattaal is, wie het spreekt, en wanneer.

Leesopdracht

Leesopdracht voorafgaand aan het webinar:

  • Hoofdstuk over jongerentaal uit het boek 'Kids, koffietjes, comfortzone: waarom taal soms irritant is'

Tijdens het webinar wordt gebruikgemaakt van video's (van een aantal reclames en uit een aantal tv-programma's)

Vivien Waszink

Vivien Waszink is taalkundig onderzoeker op het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT). Vivien studeerde ooit af op de betekenis van het woord leuk; werkt mee aan het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) en doet onderzoek naar woordvorming. Verder schrijft en vertelt Vivien graag over nieuwe woorden, jongerentaal en hiphoptaal.

Aan deze activiteit zijn de volgende punten en kenmerken toegewezen

 
Accreditatie
 
Competenties
Linguïstische en tekstuele competentie, Vertaalcompetentie, Tolkcompetentie, Culturele competentie
Contacturen
1,25
Voorbereiding
 
Leesopdracht
1,00
Totaal
2,25
 
Accreditatie
 
Nummer activiteit
Let op: hier zijn geen RTGS-punten aan toegewezen!
Categorie
 
Totaal
0,00

Meer informatie over bijscholingspunten vind je hier.

Details van deze opname:

U ontvangt na aankoop van de opname een link waarmee u gedurende 7 dagen de opname kunt openen en afspelen.

Duur: 1 uur en 21 minuten
Beschikbaarheid: 7 dagen na aankoop
Documentatie: PowerPoint/handout in PDF
Certificaat van deelname: ja, per e-mail

Hoe werkt het?

Om een opname te bekijken, heeft u een laptop/computer/tablet met een goede internetverbinding en geluid(sboxen) nodig. 
Bij opnames is het beeld van de spreker niet zichtbaar, alleen de presentatie. U ontvangt deze presentatie ook per e-mail als handout, zodat u desgewenst aantekeningen kunt maken.


LET OP: de kortingsactie van 30 euro bij drie inschrijvingen, geldt niet voor opnames en webinars.

"Het webinar geeft mij meer inzicht in straattaal. Ik word regelmatig geconfronteerd met jeugdige klanten, tijdens de verhoren bij de politie, de rechtzaken of de medische consulten merk ik dat ik vaak te weinig kennis heb van de straattaal die deze jongeren spreken. Ik merk dat ik nu al weer meer kennis heb opgedaan."

"Bij het tolken van gesprekken tussen jongeren wordt soms ook jongerentaal gebruikt. Handig om te weten wat bepaalde woorden betekenen en hoe je ze spelt zodat ik aan dove jongere op zijn minst kan aangeven dat jongerentaal wordt gebruikt, welk woorden met eventueel betekenis (vertaling van NL naar gebarentaal)."

"Het is makkelijker om eventueel voorkomende jongerentaal-woorden te herkennen. Als dergelijke woorden plotseling voorbij zouden komen, zou ik eerder waarschijnlijk vaak 'verstarren'. Nu zal ik er minder vaak van schrikken, vooral omdat ik die woorden nu beter zal weten te spellen. Bovendien zal het makkelijker zijn om andere, niet genoemde, woorden beter te kunnen plaatsen en te gokken hoe ze geschreven moeten worden."

"De betekenis van veel woorden zijn me nu duidelijk. Ik begrijp hierdoor de scholieren beter waar ik voor tolk. Ik weet beter hoe ik de woorden moet schrijven. Ik ben nl. schrijftolk dus is fijn als ik ze goed schrijf. Ook hoe ze ontstaan zijn helpt me bij het begrijpen en schrijven van de woorden. Zoals bijvoorbeeld de lettergrepen die omgedraaid worden. Dat ik als oudere beter niet kan proberen bij de jongeren te horen door hun taal te gaan spreken. In mijn geval betekent het dat ik beter niet in jongerentaal met mijn klanten kan praten."

"Ik heb vaste onderwijsopdrachten (gehad) in verschillende regio's en kom dus veel met jongeren in contact. Bij een opdracht in Rotterdam werd behoorlijk veel gebruik gemaakt van woorden uit het Papiaments, deze vond ik moeilijk te begrijpen. Door de voorbeelden die gegeven zijn weet ik de woorden beter te herkennen. Ook is mij duidelijk geworden dat niet al deze woorden zelf zijn verzonnen door jongeren, maar ook echt iets betekenen en bestaan. De reden waarom jongeren zo praten is mij nu ook duidelijker geworden."

Direct beschikbaar
  • PE 2.25
  • 45,- (excl. BTW)
  • Online